Geboren 7 jaar na Goethe en een jaar eerder overleden. Willem Bilderdijk was dus een echte tijdgenoot van het Duitse genie. Daarnaast was hij ook hoogbegaafd, veelzijdig en had hij een encyclopedische kennis omdat hij als jongetje de complete bibliotheek van zijn vader ‘gedownload’ had. Zijn verzen hebben we al sinds Conrad Busken Huet en de Tachtigers in de ban gedaan. De laatste decennia neemt de aandacht voor Bilderdijk weer toe en er is een nieuwe biografie in voorbereiding.
Ik leerde Bilderdijk kennen als het superego van de Nederlandse letteren (gedeelde eerste plaats met Harry Mulish overigens) in 1980 tijdens de literatuurles bij de dichteres Nel Benschop, die op onze school lerares Nederlands was. Het was vaak hilarisch wat je over Bilderdijk las. Naar eigen zeggen had hij de Bijbelhistorie, de Mythologie, de Heidelbergse catechismus en vader Cats onder de knie toen hij anderhalf jaar oud was. En toen hij twee jaar was, wilde deze King of Weltschmertz al verlost worden uit dit leven. In Afscheid (1811) licht hij ons alsnog in over deze vroege doodswens:
In ‘t dorsten naar de dood te smachten en te verlangen
Bilderdijk voelde zich altijd ongelukkig en koesterde een levenslange doodswens en droeg daarmee bouwstenen aan voor zijn eigen mythe. Aanvankelijk was zijn werk nog classicistisch van aard, maar hij ging de geschiedenis in als het prototype van een romantisch dichter, niet in het minst door zijn melancholie. Latere generaties keken met plaatsvervangende schaamte naar zijn werk en door de Tachtigers werd hij verguisd. Hij werd ‘de grote ongenietbare’ genoemd en kreeg de bijnaam Bulderdijk. Tijdens zijn leven was hij van grote invloed, ten eerste omdat hij zich overal mee bemoeide, van politieke kwesties tot de evolutieleer; en ten tweede doordat hij als docent ook de mogelijkheid kreeg dichters als Da Costa en politici als Groen van Prinsteren diepgaand te beïnvloeden. De Bilderdijk-berg is enorm: dit Profiel wil alleen enkele mijngangen graven om toegang te geven tot verborgen schatten.
Bron: kb.nl/dichters/bilderdijk
Gebed
Genadig God, die in mijn boezem leest!
Ik vlied tot U, en wil, maar kan niet smeeken.
Aanschouw mijn nood, mijn neêrgezonken geest,
En zie mijn oog van stille tranen leken!Ik smeek om niets, hoe kwijnend, hoe bedroefd.
Gy ziet me een prooi van mijn bedwelmde zinnen:
Gy weet alleen het geen uw kind behoeft,
En mint het meer, dan ‘t ooit zich-zelf kan minnen.Geef, Vader, geef aan uw onwetend kroost,
Het geen het zelf niet durft, niet weet te vragen!
Ik buig my neêr; ik smeek noch kruis, noch troost;
Gy, doe naar uw ontfermend welbehagen!Ja, wond of heel; verhef, of druk my neêr:
‘k Aanbid uw wil, hoe duister in mijne oogen:
Ik offer me op, en zwijg, en wensch niet meer:
‘k Berust in U, zie daar mijn eenigst pogen!Ik zie op U met kinderlijk ontzag:
Met Christen hoop, noch lauw noch ongeduldig.
Ach, leer Gy my, het geen ik bidden mag!
Bid zelf in my; zoo is mijn beê onschuldig.
kb.nl/dichters/bilderdijk| bilderdijkmuseum.vu.nl | Willem Bilderdijk [uva.nl]