Dagelijks archief: vrijdag 15 september 2006

overpeinzingen [4]

achteraf genoteerde gedachten tijdens het schilderen

werkwijze: opbouw van een schilderij
Wanneer ik aan het schilderen ben, gaat het meestal om meerdere zaken tegelijk. Het gaat over het waarnemen van kleur, van licht en donker, van verhoudingen, van richtingen en dat allemaal in één globale blik. Bovendien ben ik mij ervan bewust dat ik in deze wereld en in deze tijd leef, dus dat ik in een schilderkunstige traditie sta. Maar tijdens het schilderen wil ik niet reflecteren maar schilderen. Toch is de reflectie op de achtergrond voortdurend aanwezig. In de beginfase waarin ik de basis van het schilderij opzet, concentreer ik mij op de grote vormen waarbij ik de juiste toon en de juiste verhouding probeer te vinden. Wanneer ik de ogen half dichtknijp, dwing ik mijzelf tot het waarnemen van de grote vormen. Het schilderij moet na deze fase overeenkomen met het onscherpe totaalbeeld van mijn onderwerp. Wanneer ik tevreden ben, ga ik iets scherper stellen, zonder nog teveel op de details te letten.

plein air
In het bos is het geen seconde hetzelfde, overal wemelt het van kleurvlekjes. Hoe schilder je iets dat voortdurend verandert?

werkwijze en zienswijze
Deze liggen in elkaars verlengde. Wanneer ik bijvoorbeeld met brede kwasten schilder, dan ga ik ook op een andere manier kijken omdat ik een minder gedetaileerd beeld kan schilderen. Ik ga met een bredere kwast dus ook ‘breder’ kijken. Omdat ik weinig controle heb over de details, moet ik ze met brede streken suggereren. Ik kan niet als een fijnschilder met een fijn penseel ‘articuleren.’

de juiste maat
Met een fijn penseel kan gemakkelijk een peuterig breiwerk ontstaan. Het is de kunst om een fijn penseel met mate te gebruiken voor de essentiële details, bij een portret bijvoorbeeld bij accentueringen in de ogen, mond en neus. Het is belangrijk dat deze fijnere streken integreren met de brede streken, zodat het schilderij een eenheid wordt.

alle overpeinzingen [2006] | oude overpeinzingen [1996]

2314 zelfportretten

Philip Akkerman : Tweeduizendzes
2314 zelfportretten 1981-2005, De Hallen, Haarlem 09.09 – 19.11

Vijfentwintig jaar alleen maar je eigen kop schilderen, Philip Akkerman heeft bewezen dat zoiets mogelijk is. Je houdt dat natuurlijk alleen maar vol als je boven je onderwerp weet uit te stijgen. Saai is zijn werk beslist niet. Stilistisch en coloristisch trekt hij telkens weer nieuwe registers open en hij maakt je deelgenoot van zijn eigen verbazing op deze ontdekkingsreis van het oog.

AkkermanDoor zijn nimmer aflatende toewijding aan één en hetzelfde onderwerp, zijn eigen beeltenis, neemt Philip Akkerman al jarenlang een unieke positie in de kunstwereld in. Zijn zelfportretten zijn inmiddels beroemd over de hele wereld: hij heeft er tot nu toe zo„n 2400 geschilderd, in een grote variëteit aan stijlen en technieken. Van flamboyant en expressief tot serieus en ingetogen, van realistisch-figuratief tot totaal abstract. Akkermans oeuvre laat zich beschouwen als een zinderende reis langs alle uithoeken van de schilderkunst, binnen de lijnen van één en hetzelfde gezicht. De tentoonstelling in De Hallen kent een zeer bijzonder uitgangspunt. Alle zelfportretten die sinds het verschijnen van Akkermans oeuvrecatalogus 2314 zijn gemaakt, worden chronologisch en zonder selectie getoond.
 
AkkermanNooit eerder kreeg het publiek zo„n openhartig kijkje in de keuken bij de kunstenaar: de ontwikkelingen in het schilderkunstig onderzoek zijn hier stapje voor stapje, van schilderij tot schilderij waarneembaar. Zo zien we hoe de keuze voor een bepaalde stijl en techniek langzaam tot technische perfectie wordt gevoerd, alvorens Akkerman zich door momenten van crisis en twijfel genoodzaakt ziet van koers te veranderen – soms voorzichtig, dan weer radicaal. Balancerend tussen overtuiging en onzekerheid, beperking en totale vrijheid, laat Philip Akkerman zien hoe avontuurlijk het zelfportret kan zijn.
 
Bron: dehallen.com