Dagelijks archief: zondag 7 januari 2007

van persoon tot individu [ 1 ]

gelezen in Letter & Geest (weekendbijlage van Trouw):
Jan Oegema over Meister Eckhart

Jan OegemaNa mij tussen kerst en nieuwjaar te hebben overgeven aan een horizontaal leven met de Top 2000, ben ik mij deze week weer gaan verdiepen in ernstiger zaken. Ik ben chronisch achter met lezen en daar ben ik inmiddels al zo aan gewend geraakt dat ik de stapels aan het begin van het nieuwe jaar maar gewoon doorschuif naar een archief dat door mij waarschijnlijk altijd ongelezen zal blijven. Positieve bijkomstigheid is dat ik voortdurend mag blijven reflecteren op het nut en nadeel van kennis voor het leven. Hierop half-bezinnend kwam vanmorgen de volgende alinea van een artikel van Jan Oegema voor mijn neus:

En u, waarom leest u deze aflevering van Letter & Geest? U zegt tegen uzelf dat u behoefte heeft aan verdieping, dat u graag over de grote dingen van het bestaan nadenkt. Dat is zonder twijfel zo. Maar uw broer en zuster lezen nooit een krant, laat staan een betere – hoe komt het dan dat u dat wéll doet? Zeker, u bent geinteresseerd in zingeving. – maar wat u daar ten diepste toe aanzet, onttrekt zich aan uw waarneming. Verdieping, zingeving, dat zijn verklaringen achteraf. U bent uw eigen werk niet, u ontkomt er domweg niet aan te doen wat u nu doet.
Geen enkele mens kent zijn particuliere broncode

Eckhartzegt Jan Oegema aan het begin van een vervolgartikel over Meister Eckhart met de titel De godheid heeft geen gezicht. Ik moet hem gelijk geven dat ik niet precies weet waarom ik dit artikel ben gaan lezen en waarom ik het eerste deel van zijn reeks over de Duitse mysticus van 2 december j.l. (inderdaad nog ongelezen in het archief!) nu ook ben gaan lezen. Waarschijnlijk komt het omdat ik deze week weer een oefening cultuurbeschouwing heb gedaan op deze plek en de naam van Eckhart daarin voorbij had laten komen. Ik noemde zijn mystiek als voorbeeld van een reactie op het intellectualisme van zijn tijd, maar tegelijkertijd toch ook weer een product van dit intellectualisme. Ik vergelijk het maar met de Romantiek als reactie op de Verlichting. (Niet voor niets werd Eckhart in de Romantiek, na 500 jaar, pas herontdekt.) Een reactie voegt zich altijd ook naar datgene waarop het reageert en zoals er in de Romantiek heel veel elementen uit de Verlichting zijn opgenomen, zo nam Meister Eckehart veel over uit de scholastiek die hem in zekere zin heeft voortgebracht.

Een van mijn motieven om Oegema’s essay te gaan lezen heb ik hiermee genoemd. Een ander motief is dat ik mij graag op de hoogte wil laten houden van de bewegingen in het geestelijke leven om mij heen. Dat is ook de reden waarom ik Trouw | de Verdieping lees, volgens mij de enige krant in Nederland die kwalitatief en veelzijdig schrijft over religie en zingeving. De uitgever en publicist Oegema is al een paar jaar een van de terugkerende essayisten in het zaterdagbijvoegsel Letter & Geest en met zijn artikelen bedient de krant een deel van haar lezers dat iets van zichzelf herkent in Oegema’s etiket (dat eigenlijk geen etiket mag zijn) soloreligieus. Vaak hebben deze lezers een christelijke én kerkelijke achtergrond, maar vinden ze de christelijke leer en het kerkelijk leven te benauwd geworden om zichzelf volledig te kunnen ontplooien en om ‘datgene’ te kunnen vinden dat ze ‘God’ noemen.

In levensbeschouwelijk opzicht zijn soloreligieuzen actiever dan zgn. ietsisten. Een ietsist ben je namelijk al zodra je gelooft dat er ‘meer’ is en een soloreligieus is juist iemand die een actieve en persoonlijke zoektocht gaat naar dat ‘meer’. Wat de soloreligieus dan weer onderscheidt van de traditionele gelovige, is juist het geloof in de persoonlijke God. Waar de (niet vrijzinnige) christen spreekt over God of Christus, spreekt de soloreligieus over God, god, godheid, het goddelijke of de historische Jezus van Nazareth. Meestal gaat het in de soloreligiositeit al veel te ver om God (het goddelijke) een naam te geven en daarvan getuigt ook Oegema’s essay in Letter & Geest: “De godheid heeft geen gezicht.”

EckhartDe komende weken wil ik in mijn weblog een paar citaten uit dit artikel gaan belichten vanuit het orthodox christendom. de mysticus Meister Eckhart is nu voor velen een held en een voorbeeld, maar in 1329 werd de ban over zijn geschriften uitgesproken. Het cliché dicteert ons tegenwoordig dat dit een laffe actie was van het machtsinstituut kerk dat eigenlijk bewijst dat Eckhart gewoon gelijk had. Hoewel ik zelf tien jaar lang een weg van (verre-)oosterse en westerse mystiek gevolgd heb en dacht dat de christelijke dogma’s voor mij en de mensheid een gepasseerd station waren, ben ik uiteindelijk gaan ingezien waarom de citaten (die ik tot nu toe van Eckhart gehoord heb) niet spreken over een echte relatie met God, maar dat ze spreken over een bepaalde ervaring van ‘de godheid’ die bij het individu past. Het is daarom ook heel logisch dat hij ons nu, in onze geïndividualiseerde tijd, zo aanspreekt. Bij Eckhart verliest God zijn gezicht, is Hij niet langer een Persoon. Dat spreekt de meeste mensen van nu aan, omdat we van een persoon steeds meer tot een individu geworden zijn. We lijken zelfs het verschil tussen persoon en individu vergeten …

(wordt vervolgd…)

De angst nooit meester [ Anton van Harskamp over soloreligieuzen ]
Meister Eckhart [ eckhart.de ]