Dagelijks archief: donderdag 18 januari 2007

het www onder de hersenpan

Augustinus over de onpeilbare diepten van de geest
Wat ben ik dan, mijn God? Wat ben ik voor een wezen? Leven ben ik, veelsoortig, veelvormig leven, leven van een geweldige onmetelijkheid!
Groot is dat vermogen dat mijn geheugen is: het is op de een of andere manier iets huiveringwekkendst, mijn God, die diepe, onbegrensde veelvoudigheid! En dat geheugen is mijn geest, dat ben ik zelf! Wat ben ik dan, mijn God? Wat ben ik voor een wezen? Leven ben ik, veelsoortig, veelvormig leven, leven van een geweldige onmetelijkheid! En zie, in de velden en grotten en de holen van mijn geheugen, ontelbare vele en in ontelbare veelheid gevuld met ontelbaar veel dingen, die zich daar bevinden door hun beelden, zoals alles wat stoffelijk is, of door hun eigen aanwezigheid, zoals wetenschap en kunst, of door ik weet niet wat voor begrippen of merktekens, zoals de aandoeningen van de geest, die de geest, ook terwijl hij ze niet meer ondergaat, door het geheugen vasthoudt, aangezien alles wat zich in het geheugen bevindt zich in de geest bevindt-daar, te midden van al die dingen loop ik heen en weer, vlieg ik her en der; ik dring er ook tussen, zover ik kan, en nergens is er einde of een grens: zo groot en zo machtig is het geheugen, zo groot en zo machtig is het leven in de mens, die aan de dood onderhevig leeft.
 
(Bron: Belijdenissen van Augustinus, Tiende Boek)
het geheugen
En zie, in de velden en grotten en de holen van mijn geheugen, ontelbare vele en in ontelbare veelheid gevuld met ontelbaar veel dingen, die zich daar bevinden door hun beelden