De 17e eeuwse Hollandse schilderkunst is uniek in haar realisme. Terwijl men overal elders in Europa de werkelijkheid op het schilderslinnen idealiseerde, probeerden de schilders in de Republiek met een objectieve blik te kijken. Je zou kunnen zeggen dat ze wilden registreren zoals een camera registeert, met een inventariserende blik, trouw aan het detail. Het beroemdste bosje apserges uit de kunstgeschiedenis is daar een schoolvoorbeeld van. Het is geschilderd door Adriaen Coorte, een man waarvan we (bijna) niets weten.
Wat dat betreft lijkt hij wel op Johannes Vermeer, die een veel bekendere naam heeft gekregen, maar van wie we relatief gezien misschien nog minder weten. Schilders die niet met hun ego bezig waren maar met hun onderwerp. Svetlana Alpers heeft een mooi boek geschreven over de 17e eeuwse Hollandse obsessie voor objectiviteit: The Art of Describing. In onze tijd ,waarin alles lijkt te draaien om celebrity, laten kunstenaars als Coorte zien waar het in de kunst werkelijk om gaat: aandacht. Ze cijferen zichzelf weg voor hun onderwerp, maar slagen er toch niet helemaal in om zelf anoniem te blijven. Hun naam leeft voort, zonder gezicht. Coorte leeft in een bosje asperges.
Jos van Riswick schildert net als Adriaen Coorte eenvoudige stillevens. Vaak zo eenvoudig dat je nauwelijks nog van een compositie kunt spreken, want vaak is er alleen maar één voorwerp te zien. De aandacht is zo volledig gericht op het voorwerp.
postcardfromholland.com