Maandelijks archief: september 2006

Nederlandse affiches

Affiche Museum Amsterdam
Affiches belichamen bij uitstek de ontwikkeling van de cultuurhistorie. Zowel de artistieke gedaante als ook de voorstelling zelf, het onderwerp, tonen in één oogopslag de geest en de stijl van de betrokken periode. Grote kunstenaars hebben zich bezig gehouden met het ontwerpen van affiches, in Nederland onder anderen Jan Sluyters, Jan Toorop, Berlage, Roland Holst, Bart van der Leck, H. Th. Wijdeveld, Chris Lebeau, Leo Gestel, Raoul Hynckes, H.N. Werkman, Harmen Meurs, Eppo Doeve, Nicolaas Wijnberg, Karel Appel.
Otto Treumann
Otto Treumann, Sonsbeek 1955
De opgave om met artistieke middelen direct de kern van een boodschap te raken is immers voor menig schilder of tekenaar een onweerstaanbare uitdaging. Ook de belettering die zij kiezen weerspiegelt doorgaans treffend de geest van het époque. Maar zeker zo groot is het aantal van Nederlandse ontwerpers die van affiches hun specialisme hebben gemaakt. In een zeer onvolledige reeks: Lion Cachet, Van Caspel, Jac. Jongert, Piet Zwart, Paul Schuitema, Joop Sjollema, Frans Mettes, Dick Elffers, Jan Lavies, Charles Verschuuren, Otto Treumann, Wim Crouwel, Jan Bons, Leo Reitsma, Marten Jongema, Gielijn Escher, Anthon Beeke. Zij en hun hier ongenoemde collega’s hebben het Nederlandse affiche een voorname plaats gegeven in de wereld.
 
Bron: affichemuseum.nl

culturele affiches 1950-2000 | Johannes in Retroland

schilderen aan de Rijn

Gisterenmiddag geschilderd in Arnhem aan de Rijn

Schilders lijken misschien wel een beetje op filosofen. Starend naar de hemel loopt de filosoof in een kuil, en verdiept in zijn onderwerp vergeet de schilder alles om zich heen. Zo stond ik gisteren op de ‘verkeerde plek’. Het was natuurlijk geen verkeerde plek, het was een prachtige plek, pal tegenover de Eusebiustoren in Arnhem in het najaarslicht. Maar je moet één ding weten als je aan het water schildert: ga er niet te dichtbij staan!

Arnhem

Toen die diepliggende rijnaak voorbijkwam, was het te laat, stond ik tot aan mijn knieën in het water en was een golf van ruim een halve meter over mijn schilderspullen, rugzak inclusief mobieltje en fototoestel heengeslagen. Alles te drogen gelegd en daarna weer verder gewerkt. Een schilder verdiept zich in zijn onderwerp en laat zich niet zo snel uit het veld slaan of omverspoelen.

Arnhem
mijn schilderspullen voor de vloedgolf.
Alles is weer terecht, alleen het bakje met terpentine is door de Rijn verslonden

Lucide dromen

Frederik van Eeden en zijn heldere dromen
Op een nacht in 1913 stak de auteur Frederik van Eeden een sigaar op toen hij zich herinnerde dat hij deze gewoonte had afgezworen. Meteen daarna besefte hij echter dat hij aan het dromen was, zodat hij ongestraft nog een paar trekken kon nemen. Triomfantelijk stapte hij met de sigaar in zijn mond de kamer van een vriend binnen: ‘Ik zei tot hem, zeer weloverlegd en bedachtsaam: ‘Zie je wat ik doe?’ En toen hij me niet begreep, vervolgde ik: ‘Ik rook. En toch heb ik mij voorgenoomen niet meer te rooken. Maar nu droom ik, en nu rook ik toch in den droom, en ik heb er al het plezier van.’ Toen ik dit gezegd had, trok ik nog met vol ooverleg aan den sigaar en ik had genoegen omdat ik mijn voornemen niet had gebrooken en toch het plezier van rooken had.’
Woldhek
spotprent van Siegfried Woldhek
Van Eeden was zich er in zijn droom van bewust dat hij aan het dromen was. Hij noemde zulke ervaringen heldere dromen en hield er in hetzelfde jaar een voordracht over voor een parapsychologische vereniging in Londen. Van Eeden vertelde zijn gehoor dat hij in de afgelopen vijftien jaar al 352 heldere dromen had genoteerd. Tijdens deze dromen had hij naar eigen zeggen een min of meer volledig zelfbesef. Hij kon zich zijn dagleven meestal goed herinneren, hij kon doelbewust handelen en hij kon de droomwereld zeer duidelijk waarnemen, terwijl hij tegelijkertijd wist dat hij nog steeds sliep. De heldere dromen traden bijna altijd in de vroege ochtend op, ze duurden vrij kort en gingen vaak gepaard met een groot geluksgevoel.
Gewoonlijk koos hij het luchtruim en vloog over fraaie landschappen onder zonnige, blauwe luchten.

De droom over de sigaar is niet karakteristiek voor de heldere dromen die Van Eeden rapporteerde. Gewoonlijk koos hij het luchtruim en vloog over fraaie landschappen onder zonnige, blauwe luchten. Ook zijn religieuze gevoelens kwamen daarbij naar boven, want hij voelde meestal een sterke behoefte om God te danken. De stadsgezichten die hij soms zag, boeiden hem minder. En tegen de wulpse droomvrouwen die hem probeerden te verleiden, stelde hij zich immer krachtig te weer.
 
Bron: skepsis.nl

Leer zelf lucide dromen [thinkquest.nl]