Maandelijks archief: januari 2007

donker, stil en levend

Willem Kalf (1619-1693) in Museum Boijmans t/m 18 februari

Anderhalf jaar geleden heb ik in het Hermitage in Sint-Petersburg mij een poosje staan te vergapen aan een stilleven van Willem Kalf. Hij staat meestal in de schaduw van die andere zeventiende eeuwse meester van het stilleven: Willem Claeszn. Heda. Misschien komt het omdat de stillevens van Kalf vaak zo donker zijn, maar voor mij zit juist daarin de aantrekkingskracht. Een appel of citroen verschijnen als hemellichamen in de ruimte, een ovale schaal tuimelt als een ruimterad uit Kubrick’s Space Odyssee op het zwarte doek. Maar ook de techniek en focus van Kalf zijn fascinerend en doen mij vaak denken aan die van Vermeer, vooral waar het Perzische tapijten en glimlichten betreft. Eindelijk is er een redelijke overzichtstentoonstelling in zijn geboortestad Rotterdam. Ook een aanrader voor de liefhebber van 17 eeuws glaswerk en antiek.

Museum Boijmans Van Beuningen toont ruim dertig schilderijen, onderverdeeld in drie thema’s: een tiental boerderijstillevens en een vijftal stillevens uit de Parijse periode, gevolgd door een vijftiental pronkstillevens uit zijn Amsterdamse periode. Willem Kalf (1619-1693) werd geboren in Rotterdam en was vermoedelijk een leerling van Hendrik Sorgh. Op jonge leeftijd vertrok hij naar Parijs en schilderde daar onderwerpen die hij nog in Rotterdam had bestudeerd: vervallen boereninterieurs waarin keukengerei en diverse soorten groenten figureren. Deze taferelen maakten van Kalf een beroemdheid in zijn tijd. Vele Parijse kunstenaars kochten zijn werk. Mensen spelen in deze periode een ondergeschikte rol bij Kalf. Een enkele keer zijn boeren buiten aan het werk, bijvoorbeeld bij de pomp en dan is heel in de verte het profiel van de stad Parijs te zien, het bewijs dat het werk ook werkelijk in die stad is ontstaan.
Kalf
Willem Kalf (detail)
Zijn vroege werk wijkt sterk af van zijn latere schilderingen. Tijdens dit verblijf in Parijs ontstaan naast de boerenschuurtjes al gauw de eerste stillevens. Deze zijn merkwaardige, maar ook indrukwekkende opeenstapelingen van veelal metalen voorwerpen, zoals tinnen en gouden kannen, schotels, enorme gouden schalen, tinnen flessen en trompetten. De weergave van de textuur van tapijten is buitengewoon knap, hoe hij met fonkelende weerspiegelingen werkt in glas en metaal is onnavolgbaar. De formaten zijn, vergeleken met de kleine boerderijstillevens, reusachtig: in een enkel geval meet zo’n stilleven twee meter hoog.

boijmans.rotterdam.nl

kruidenierszegels

TNT Post brengt Nederlandse designiconen op postzegel
én verhoogt de tarieven…
10 voor Nederland
Velletje met 10 zegels: Gildeglas van ontwerper Andries Copier (Royal Leerdam), de Revoltstoel van Friso Kramer (Ahrend), de Heineken Longneck, de Bugaboo kinderwagen van Max Barenburg (Bugaboo), de fluitketel Lapin van Nicolaï Carels (HEMA), de flessenlamp van Tejo Remy (Droog Design), de bakfiets (Fietsfabriek), de spaarlamp, de tulp en de rookworst (Unox).
Typisch Nederlands, om een rookworst uit te verkiezen als een typisch Nederlands symbool. En merkwaardig niet-commercieel gedacht van TNT Post. Wat het verhaal niet vertelt is, of de betrokken multinationals ook betalen voor deze prachtige exposure, maar blijkbaar gaat het om gratis mediumruimte.
 
blog.adformatie.nl

Tot aan mijn laatste ademtocht zal ik de saaiste hobby van alle hobbies blijven verdedigen: het verzamelen van postzegels. Maar ik moet daarin iets specifieker zijn: het verzamelen van postzegels behalve die van Magyar Posta, oliestaatjes, postzegeleilandjes én Nederlandse postzegels na 1989. Ik heb na de privatisering van de PTT in 1989 nog vier jaar afgewacht en ben in 1993 gestopt. Nu heb ik alle uitgaven compleet van 1941 tot en met 1993. Omdat ik als trouw abonnee van de jaarcollectie plotseling stopte, stuurde de nieuwe PTT een enquetemevrouw op mij af. Waarom ik gestopt was. Ach weet u, postzegels verzamelen was vroeger iets gezelligs. Met rond de 25 nieuwe zegels per jaar die ik ongestempeld wilde hebben, kon ik dat van mijn zakgeld ook nog wel betalen.

Maar toen de PTT onder de naam TPG Post groep in 1998 haar beursgang maakte en een echte commerciële organisatie werd, bleef ze als oud staatsbedrijf (nog steeds is de nederlandse Staat de grootste aandeelhouder) haar license to print money behouden. Het aantal uitgiften werd in het begin van de jaren 90 al snel verdubbeld. Maar na de beursgang ging TPG Post nog meer waardepapier bijdrukken en na 2000 komen er elk jaar bijna 100 nieuwe postzegels uit. Het lijkt de voormalige DDR wel. De jaarcollectie is bijna niet meer op te brengen, omdat bijna elke postzegel na 2002 een minimale waarde heeft van 39 eurocent en er heel veel themavelletjes verschijnen. De jaarcollecties worden nu gesplitst in velletjes en losse zegels. Het afgelopen jaar kostten beide collecties samen ruim € 110. In de jaren Tachtig betaalde ik voor de jaarcollecties rond de € 20.

Vorig jaar kreeg ieder Nederlands postadres een goednieuwsbrief van TPG waarin de overgang naar TNT Post bekend werd gemaakt. Deze naamsverandering, inclusief het oranje image, betekent een kostbare operatie waarbij tienduizenden brievenbussen, nog veel meer kledingstukken en ontelbaar veel drukwerk moet worden afgedankt en vervangen. Dat de klant daaraan mee zou gaan betalen, kon hij voor de image switch al weten. TNT Post wachtte nog eventjes af en suste ons eerst nog even met een envelop en voorbedrukte postzegel die we voor één keer gratis mochten versturen. Per 1 januari zijn de tarieven voor het binnenland met 5 eurocent verhoogd naar 44 eurocent.

Degene die hierover klaagt, krijgt als tegenwerping dat in 1989, het jaar van de verzelfstandiging van de PTT, 75 cent op een brief moest worden geplakt. Omgerekend ruim 35 eurocent. Het tarief is in 18 jaar tijd dus bijna 9 eurocent gestegen, zo’n 25 procent. Dan terug naar die goeie ouwe tijd van het staatsbedrijf: In 18 jaar (1971 tot 1989) verdriedubbelde de PTT het tarief voor een brief van 25 naar 75 cent, een stijging van 300 procent, dus 12 keer zoveel! Maar die stijging kwam voornamelijk door de enorme inflatie in de jaren Zeventig.

TPG 44 centNu lijkt TNT Post met iets nieuws gekomen: bekende merken op het kleinste stukje waardepapier, zoals het klassieke pijpje van Heineken. Over een andere zegel uit deze reeks, met UNOX worst, is onder postzegelverzamelaars redelijk wat ergernis ontstaan. Maar vanmorgen las ik deze ingezonden brief in de krant. Tijd voor een nieuwe strategie en terug naar het oude tarief?

worst
Als het bedrijfsleven onze postzegels zou sponsoren waardoor het versturen van een brief of kaartje voordeliger wordt, vind ik het plakken van reclame geen probleem. Mij zal het worst wezen als het poststuk maar op tijd aankomt.
(ingezonden brief in Trouw)

Carll Cneut

Carll Cneut is een illustrator uit België
Cneut
Heksenfee
Carll Cneut (Roeselare,1969) studeerde grafische vormgeving aan het Sint-Lucas Instituut te Gent. Hij werkt als illustrator mee aan verschillende kindertijdschriften en heeft sinds 1996 een tiental kinderboeken geïllustreerd. In 1998 werden zijn illustraties uit Varkentjes van marsepein geselecteerd voor de tentoonstelling “Vlaamse Reuzen” op de internationale kinderboekenbeurs in Bologna.
 
Carll maakte zeven boeken met Geert De Kockere: Varkentjes van marsepein, Een straatje zonder eind, Koetje in de klaver, Niel, Willy, Ik heb een idee en Woeste Mie. In 2000 werd hij bekroond met de Boekenpauw/Yvonne Gillé-Decoeneprijs voor Willy, in 2001 ontving hij een Bologna Ragazzi Award Special Mention voor Woeste Mie. Met Brigitte Minne maakte hij Heksenfee (Longlist Gouden Uil 2000) en Roodgeelzwartwit (Boekenpluim 2002).
 
Bron: users.telenet.be/carllcneut/nl/nl_biografie_01.html

carllcneut.com