Dagelijks archief: vrijdag 6 april 2012

de schilder en zijn broodheer [ 2 ]

Maurice Quentin de La Tour en Moritz Graf von Sachsen
 

Doordat de overheid zich als geïnstitutionaliseerde mecenas terugtrekt, worden veel kunstenaars die ooit afhankelijk waren van subsidie, nu gedwongen een knieval te maken voor ‘de markt’. In veel gevallen moeten deze kunstenaars om te overleven, net als vroeger, weer de persoonlijke en commerciële belangen gaan dienen van rijke particuliere opdrachtgevers.

Een serie over de schilder en zijn opdrachtgever in de periode 1712-1912. Aflevering 2: twee portretten van Moritz Graf von Sachsen (1688-1750) door Maurice Quentin de La Tour (1704-1788)

La Tour
Moritz Graf von Sachsen ca. 1750
links als maarschalk en rechts als een intellectueel van zijn tijd, als een van de Philosophes. De karaktereigenschappen die je bij beide posities verwacht, zijn goed getroffen. La Tour maakte overigens ook een portret van Jean-Jacques Rousseau.

Moritz von Sachsen was het buitenechtelijke kind van de keurvorst Friedrich August I van Saksen, ook wel bekend als August der Starke (1670–1733). Deze zorgde dat het bedje van zijn onwettige zoon gespreid was en om te beginnen mocht Moritz zich Graf noemen. In deze positie kon hij tijdens de oorlogen in de eerste helft van de achttiende eeuw Noordse Oorlog, de Hongaarse oorlog tegen de Turken en de Oostenrijkse Successieoorlog gemakkelijk opklimmen tot de hoogste rangen in het leger. In intellectueel en artistiek opzicht was Moritz een opmerkelijke jongen. Toen hij tien jaar oud was, ging hij al filosofie studeren. Bovendien had hij muzikaal talent.

Het koninkrijk Saksen was een bondgenoot van het machtige Frankrijk.In 1717 vocht hij met prins Eugen van Savoye en de Hongaren mee tegen de Turken. In 1720 trad hij in dienst van het Franse leger en hij mocht daar een paar jaar later een eigen Duits regiment aanvoeren. Ook in de Lage Landen maakte men kennis met de Maréchal de Saxe zoals hij in Frankrijk genoemd werd. Tijdens de veldtocht van 1744 onder Lodewijk XV vocht hij tegen de Oostenrijkers in Vlaanderen. Een paar jaar later werd hij na het beleg en de inname van Bergen op Zoom (16 september 1747) tot opperbevelhebber in de Zuidelijke Nederlanden benoemd. Nadat in 1748 de Vrede van Aken gesloten was en de Oostenrijkse Successieoorlog voorlopig voorbij was, trok hij zich terug in het grote kasteel Chambord aan de Loire. Daar liet hij zich omringen door geleerden, kunstenaars en filosofen en Chambord werd onder de Maréchal de Saxe een intellectueel en artistiek trefpunt. Hij leefde hier nog twee jaar tot aan zijn dood in 1750. Hij is bijgezet in de Thomaskerk van Straßburg in een reusachtig grafmonument.

La Tour
Maurice Quentin de La Tour
twee zelfportretten (detail)

Maurice Quentin de La Tour (1704-1788) kreeg waarschijnlijk rond 1750 opdracht om Maréchal de Saxe te schilderen. Waarschijnlijk was de La Tour zelf ook een van die kunstenaars die regelmatig de kunstkring op Chambord bezocht. Nadat hij kennis gemaakt had met het werk van Rosalba Carriera had hij zich sinds 1727 volledig toegelegd op het ‘schilderen’ met pastelkrijt. Je brengt de kleur op met puur pigment dat bijeengehouden wordt met bindmiddel. Pastelkrijt is waarschijnlijk hét materiaal van het rococo, even poederig als de pruiken in die tijd. Je kunt er heel directe, frisse portretten mee maken met een fluweelzachte ‘huid’. In 1746 werd de La Tour lid van de Académie Royale de Peinture et de Sculpture en vier jaar later werd hij door Lodewijk XV benoemd tot hofschilder. Dat zou hij blijven tot 1773. Behalve talloze portretten in opdracht, zijn er ook meerdere zelfportretten van hem bewaard gebleven. Naast de tronies van de jonge Rembrandt, ken ik weinig zelfportretten waar het plezier zo vanaf spat.

Moritz von Saksen
Ook de pastelschilder Jean-Étienne Liotard (1702-1789) maakte een portret van Moritz von Saksen. Daarnaast zijn grafmonument (1765-1776) door Pigalle in de Thomaskerk in Strassburg

Maurice Quentin de La Tour | Maurits van Saksen