Dagelijks archief: zaterdag 19 februari 2005

flirt met het terrorisme

zur Vorstellung des Terrors
Die RAF Ausstellung, Kunst-Werke Auguststrasse Berlin
De plaats van die Rote Armee Fraktion in de geschiedenis van de Bondsrepubliek is duidelijk nog steeds omstreden. Dat bleek uit de verhitte debatten die er al sinds 2003 over de expositie worden gevoerd. Hoe mag, hoe moet de geschiedenis van de RAF worden weergegeven? De actuele discussie over het islamitisch terrorisme maakt het er niet eenvoudiger op, de suggestie van de tenstoonstellingsmakers dat de RAF ook waardevolle idealen heeft nagelaten, doet dat evenmin.
De nabestaanden van de op 19 oktober 1977 omgebrachte voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie, Hans Martin Schleyer, schreven een boze brief aan kanselier Schroeder. De bondsregering en de senaat van Berlijn zetten de verantwoordelijke organisatie Kunst-Werke onder druk. Die zou haar subsidie alleen krijgen, wanneer ze een samenwerking zou accepteren met het wetenschappelijk Institut für Sozialforschung en een overheidsinstelling.
Dat pikten de kunstenaars en de curator van de tentoonstelling Felix Enslin (zoon van RAF-terroriste Gudrun Enslin) niet. Ze schrapten de historische component van hun tentoonstelling, veilden op eBay een aantal kunstobjecten en financieerden de tentoonstelling vervolgens zelf. Overigens leverde de Nederlandse Mondriaan Stichting wel een bijdrage.( Bron: Koketteren met RAF-terreur in Trouw )
Beuys
geëngageerde jaren 70-kunst van Joseph Beuys: “Dürer, ich führe persönlich Baader + Meinhof durch die Dokumenta V”
Insgesamt sind mehr als 100 Arbeiten von 50 Künstlern zu sehen, die sich seit den 70er Jahren mit der Roten Armee Fraktion auseinander gesetzt haben. Unter den Künstlern sind so prominente wie Gerhard Richter, Joseph Beuys, Martin Kippenberger, Sigmar Polke, Klaus Staeck und Jörg Immendorff – insgesamt drei Künstlergenerationen, die Arbeiten zur RAF gemacht haben. Ihnen gegenüber gestellt ist eine “mediale Zeitleiste”: Sie dokumentiert anhand von Zeitungsausschnitten und Fernsehnachrichten, wie die Medien auf die RAF reagierten, beispielsweise auf den Selbstmord von Ulrike Meinhof oder die Ermordung von Arbeitgeberpräsident Schleyer.
( Bron : zur Vorstellung des Terrors)

Spiegel Online

de openbaring

gelezen: het kwaad; het drama van de vrijheid
door Rüdiger Safranski
De zwaarmoedigheid slaat bij de late Schelling om in ontzetting en verschrikking. Schellings late Philosophie der Offenbaring begint met de vertwijfeling. Hij zoekt een uitweg. Daarbij raakt hij ervan overtuigd dat de in de natuur en in de menselike geest wordende god niet het laatste woord is. Het duister, het gebrek aan zijn, wordt op die manier niet volkomen licht. Er bestaat geen verlossing die het menselijke denken op eigen houtje zou kunnen afdwingen. ( … )
Zo keert Schelling zich uiteindelijk af van de in de natuur en in de mens wordende god en richt hij zich op die andere god, die met manifeste openbaringen in de geschiedenis inbreekt. Rond de openbaringsgebeurtenissen hebben zich de wereldreligies uitgekristaliseerd. Bij de late Schelling maakt de continue wordingsgeschiedenis plaats voor een discontinue geschiedenis van epifanieën. Zulke epifanieën slaan als bliksemschichten in het menselijk bewustzijn in. Schelling zal de onderneming van zijn late periode positieve filosofie noemen, waarmee hij aangeeft dat de filosofie, als ze iets tot stand wil brengen, een spirituele voorgift nodig heeft. Het volstaat niet om alleen uit begrippen te putten. Filosofie is voor de late Schelling het nabeven van een openbaring.

Karl Vorländer : Geschichte der Philosophie : Schelling